Home

Wekelijks interviewt Sebastiaan van Loosbroek, journalist voor o.a. het Leidsch Dagblad, mensen met een bijzondere band met de Lammermarkt. De interviews gaan over persoonlijke ervaringen, de geschiedenis van de Lammermarkt en anekdotes die zich rond dit gebied hebben afgespeeld.

Deze week: Cor Smit (61). Hij is historicus en neemt in dit slotinterview in vogelvlucht de geschiedenis van de Lammermarkt door. Tot slot werpt hij een kijkje in de toekomst van het gebied.

interview #17 - Cor Smit

De Leidse veemarkt was een van de grootste van Nederland

‘De Lammermarkt was een onderdeel van de stadsuitbreiding van 1611. Waar nu een parkeerplaats wordt gebouwd, stonden toen middenklassen- en arbeiderswoningen. Op de plaats van Molen de Valk stond toen een kleinere graanmolen die op stadswallen was gebouwd. Van Molen de Valk kan de kop draaien, maar bij die kleinere molen draaide het gehele bovenstuk. Dat was veel zwaarder, waardoor de maalinstallaties lichter waren en er minder meel geproduceerd kon worden dan met de huidige molen. Molen de Valk is de derde molen op die plek.

Verhuizing

De veemarkt ontwikkelde zich sinds 1875 snel. De veehandel nam enorm toe, zodat er meer ruimte nodig was. In 1907 werden de huizen op de Lammermarkt dan ook gesloopt. Maar in 1619 was er al veemarkt op de Beestenmarkt. Dat is daar tot 1930 doorgegaan. De Nieuwe Beestenmarkt en Lammermarkt hadden tot 1969 elke vrijdag veemarkt, waarna het verkaste naar de Groenoordhallen. Die verhuizing had verschillende redenen. De veemarkt in open lucht kwam steeds minder voor. Daarnaast was de Lammermarkt moeilijk bereikbaar voor veewagens. Waar vóór de Tweede Wereldoorlog vee met schuiten werd aangeleverd via de Oude Singel of per trein vanaf Texel kwam, kwam de veewagen als vervoermiddel namelijk steeds meer op. Maar omdat de Lammermarkt in de weg stond voor het doorlopend verkeer van de Langegracht naar de Rijnsburgerweg en de veewagens onvoldoende ruimte hadden, is de veemarkt naar de Groenoordhallen verplaatst.

Handjeklap en jenever

De veehandel was na de Tweede Wereldoorlog wat ingezakt, maar bloeide bij de Groenoordhallen weer op. Toch was de Leidse veemarkt alleen vóór de Tweede Wereldoorlog een van de grootste veemarkten van Nederland. Rond 1900-1910 werd op de markt zo’n twintig miljoen gulden per jaar omgezet. En de horecagelegenheden rond de Lammermarkt profiteerden er ook van. De handelaren verkochten hun koeien namelijk met handjeklap, en daar moest dan een jenever op gedronken worden. Nog steeds zie je op deze plek veel cafés.

Kermis en Armin

Tot 1969 stond het plein nog vol met hekjes waar eerder het vee aan was vastgemaakt. Sindsdien heeft het plein alleen nog maar dienst gedaan als parkeerplaats. Het enige spektakel was de jaarlijkse 3 oktoberkermis, en recenter Armin van Buuren op Koninginnedag. Alleen op die momenten was er leven in de brouwerij. Het plein is dus sinds 1907 een wezenloze plek geweest, op de wekelijkse veemarkt en later de jaarlijkse kermis na.

Toekomst: cultuurkwartier

Daar komt verandering in met de nieuwe ondergrondse parkeerplaats en de groenvoorziening die het gapende gat in het Singelpark moet dichten. Het wordt een aangenamer en groener plein dat de entree van de stad verbetert. Hoe het er over dertig jaar uitziet? Dan zijn in ieder geval alle onderdelen van het Singelpark klaar. Het zal een plek zijn waar gewandeld kan worden en culturele activiteiten plaatsvinden. Het is het cultuurkwartier: het vernieuwde Museum De Lakenhal, De Nobel, Scheltema, de molen. Het zou mooi zijn als er culturele evenementen op het plein gaan plaatsvinden. Dat wordt de uitdaging: natuur en cultuur combineren.’

Sebastiaan van Loosbroek (1992) is masterstudent Journalistiek & Nieuwe Media aan de universiteit Leiden en is freelance journalist. Hij schrijft onder meer voor Leids Universitair Weekblad Mare en is columnist van Leidsch Dagblad.

Cor Smit
Cor Smit