Home

Wekelijks interviewt Sebastiaan van Loosbroek, journalist voor o.a. het Leidsch Dagblad, mensen met een bijzondere band met de Lammermarkt. De interviews gaan over persoonlijke ervaringen, de geschiedenis van de Lammermarkt en anekdotes die zich rond dit gebied hebben afgespeeld.

Deze week: Marjan Teeuwen (62). Ze is kunstenaar en heeft in opdracht van Museum de Lakenhal de pandjes 25-31 aan de Lammermarkt vanbinnen tot een geheel gemaakt met haar architectonische installatie ‘Verwoest Huis Leiden’.

interview 14

Het is een soort gesublimeerde ruïne

‘De uitkomst is altijd anders. Van tevoren heb ik schetsen gemaakt - ik wist wat ik wilde - maar in het proces verander ik en pas de laatste anderhalve week ontstaat er een beeld. Toen zijn namelijk pas de vloeren gevallen. Maar in grote lijnen was bekend hoe het zou worden, want anders kan er geen constructierapport worden geschreven en kan er geen vergunning worden afgegeven. Tijdens het proces is er ook heftig gecontroleerd op veiligheid.

blootgelegde geschiedenis

Deze pandjes zijn uit 1611. Ik heb oude stenen uit die tijd gevonden, en gouden pijpjes. De balken zijn ook uit 1611. Zes jaar voor de geboorte van Rembrandt! Dat is nogal wat! Ik heb de hele geschiedenis via dit kunstwerk blootgelegd. Ik heb jugendstil-tegels gevonden, uit begin vorige eeuw. Maar ook authentieke Delftsblauwe tegeltjes. Als het eenmaal wordt gesloopt in september zullen die niet naar een depot worden gebracht maar worden opgeruimd.

seksshop

De seksshop was nog helemaal intact. De cabines, de cinema… (zie interview 4) Wij hebben die nu gestript. Al het hout van de shop heb ik verzaagd en gebruikt. Dat materiaal is dus herordend. Ik ben niet anekdotisch in mijn werk, ik hoef niet de hele geschiedenis letterlijk te laten zien. Maar die gevonden oude stenen bijvoorbeeld wel. Voor die oude geschiedenis had ik respect. Voor de seksshop had ik waarschijnlijk geen respect, dus die heb ik meteen getransformeerd (lacht). Ik heb zelf de stukjes gipsplaat opgestapeld, van de begane grond tot de nok van de pandjes. De stukjes gips verschoven constant toen ik ermee bezig was, toen was het nog heel fragiel. Soms stortte een deel in en moest ik opnieuw beginnen, maar dat hoort erbij. Door het gewicht krijgt het uiteindelijk massa en blijft het staan. Maar de vloeren heb ik niet zelf laten vallen en de balken heb ik ook niet ingemetseld. Dat heeft de aannemer met zijn zoons gedaan.

opbouw en verwoesting

Je ziet hier de opbouw en de verwoesting. En voor mij is die polariteit de essentie in ons bestaan. De mensen bouwen in de wereld iets op, maar slopen het ook weer. Die associaties liggen bij dit kunstwerk. Het is een soort gesublimeerde ruïne. Gerrit Komrij zei ooit dat je als gebouw van goede huize moet komen om de titel ruïne te mogen dragen. Niet ieder gebouw kan zomaar een ruïne zijn. Het verwijst naar het utopische denken van iets opbouwen, dat vervolgens tot verval is gekomen. Het heeft te maken met mislukking en falen. Dat zijn de ingrediënten waar ik mee werk.’

Sebastiaan van Loosbroek (1992) is masterstudent Journalistiek & Nieuwe Media aan de universiteit Leiden en is freelance journalist. Hij schrijft onder meer voor Leids Universitair Weekblad Mare en is columnist van Leidsch Dagblad.

marjan teeuwen
marjan teeuwen source: www.magazine.good.is